Desmond Tutu op 90 jarige leeftijd overleden.

Voor mij was Desmond Tutu een icoon.
Groot respect had ik voor hem. Ik was heel blij dat ik hem maar liefst drie maal mocht ontmoeten.
Elke keer was ik diep onder de indruk.
Vandaag, tweede kerstdag, overleed hij op 90 jarige leeftijd. De wereld is een geweldig iemand armer naar mijn mening.

De eerste keer dat ik hem zag was tijdens de Haagse Burgerschapslezing in 2008.
Burgerschap: waar toenmalig wethouder Rabin Baldewsingh vorm aan heeft proberen te geven.
De toespraak van Tutu was fenomenaal.
“Als ik in mijn vinger snij; mijn bloed is rood!
Snij in jouw vinger; hé dat is ook rood!
Als je een röntgenfoto van iemand maakt; kan niemand zeggen, wat voor kleur iemand heeft; we zijn van binnen identiek!
We zien er misschien allemaal anders uit; de een is wit, de ander zwart, de een is dik, een ander dun, de een is beeldschoon, een ander minder mooi, de een is vreselijk intelligent, de ander juist niet; maar allemaal hebben we kwaliteiten de wereld te verbeteren. Het maakt niet uit wie of wat we zijn…
Diversiteit is de wet van het leven. God heeft ons verschillend geschapen, omdat we elkaar nodig hebben.
Al het geld dat wordt uitgegeven voor al die wapens en wapenwedloop; als maar een fractie naar de arme landen zou gaan, dan zou er geen honger meer zijn en zou iedereen schoon drinkwater hebben. Het is toch ongelooflijk, dat er mensen zijn, die met honger moeten slapen???
In Europa krijgt elke koe meer dan 2 euro subsidie per dag en dat, terwijl een groot deel van de wereldbevolking moet rondkomen met minder dan één euro!!!”

Hij was als mensenrechtenactivist onlosmakelijk verbonden aan de vreedzame strijd tegen de apartheid in Zuid Afrika. Hij ontving dan ook voor zijn inspanningen in de strijd tegen de apartheid op 16 oktober 1984 de Nobelprijs voor de Vrede.
Maar ook zette hij zich in voor homorechten en bekritiseerde de Anglicaanse Kerk over de daar heersende negatieve opvattingen betreffende homoseksuele relaties. Hij zei dat “als God, zoals ze zeggen, homofoob is, zou ik die God niet aanbidden.”
Bron: Wikipedia