Harkwesp in de Uithof!

Vorige week maakte ik een wandelingetje in de Uithof.
Ik had namelijk nieuwe wandelschoenen gekocht en wilde die wat inlopen. Waar kan je dat beter doen dan op de verschillende terreinen in dit prachtige park? Het was schitterend weer en een stralende zon, dus ook dat was ideaal voor vlinders en dergelijke.
Maar dat ik een harkwesp zou tegenkomen had ik niet verwacht.
Een harkwesp is zeldzaam en vind je voornamelijk in de duinen.
En dat is waarom ik verbaasd was. hij is groot! Maar liefst 2,5 centimeter, en daaraan, de kenmerkende tekening én aan de groene ogen herkende ik hem al. In 2015 had ik hem al gezien tijdens de fotosessie van het Koninklijk gezin, al wist ik dat toen nog niet. Vorig jaar zag ik deze graafwesp in Solleveld.
Met mijn trilhandjes heb ik veel foto’s gemaakt, in de hoop dat er een zou lukken. Redelijk geslaagd, dus was ik blij.

Waarom wordt deze wesp zo genoemd?
De harkwesp heeft zijn naam te danken aan de opvallend gevormde voorpoten. Die zijn bezet met een reeks lange doorns, de zogenaamde tarskammen. Die doen dienst bij het graven van een nestholletje. De harkwesp kan in korte tijd een enorme hoeveelheid zand verplaatsen door in razend tempo met de voorpoten in het rulle zand te circuleren.
Op deze link kan je meer lezen. Dan begrijp je ook waarom ik verbaasd was de wesp juist daar aan te treffen.

Natuurlijk kwam ik veel meer mooie dingen tegen. Tientallen vlinder vlogen om me heen: voornamelijk zandoogjes.
Maar ook icarusvlinders én een bruin blauwtje.
Altijd imposant vind ik de grote libellen. Altijd wil ik proberen ze vast te leggen.
Het was warm én er woei best veel wind dus deze zat even op het gras uit te rusten.
De warmte maakte ook dat jonge padden die net hun staart kwijt waren geraakt op het land opwarmden. Leuk ze voorbij te zien “hoppen”.
Wel ben ik weer snel omgekeerd uit angst dat ik er een zou plattrappen op het gemaaide gras en riet.

De ooievaars op het nest bij Manege Berestein hadden het ook best warm. Beide ouders waren “gevlogen” want ruimte was er amper meer.
De grootste van de drie stond af en toe op en strekte de vleugels: wat een spanwijdte…