Schimmige nachtvisie

Peter Bos leest zijn column voor tijdens het 30-jarig bestaan van RTV Discus
Wat er nu vijf jaar later ligt ziet er op het eerste gezicht goed uit. Er zitten zeker goede punten in. Maar nu ik er wat kritischer naar heb gekeken vallen een paar dingen op.
Het college noemt in de nota concrete locaties waar nieuwe nachtcultuur een plek kan krijgen. Een aantal locaties lijkt inmiddels al achterhaald door andere plannen:
Als we beseffen dat er de laatste jaren veel nachtlocaties zijn verdwenen, zoals de Pijpela, het Magazijn, de Piratenbar, de Pater en de Vinger, dan gaan we er met deze nota niet echt op vooruit.
Geschiedenis
De nota geeft ook een historische terugblik op het Haagse nachtleven. De basis zou in de jaren ’60 en ’70 zijn gelegd met het ontstaan van de popcultuur. Dat is tamelijk kort door de bocht. Den Haag kende al veel langer een bruisend nachtleven. Vanaf de jaren ’20 van de vorige eeuw is de populaire muziek- en uitgaanscultuur mede dankzij de achturige werkdag en de vrije zaterdag opgekomen met allerlei vormen van amusement.
Voor de Tweede Wereldoorlog bestond er in Den Haag al een levendig circuit van jazz- en nachtclubs, maar ook stripteasetenten, boks- en worstelpaleizen en illegale gokhuizen, die tot in de late uurtjes doorgingen. De binnenstad barstte van de dansgelegenheden en feestzalen die s-nachts tot half twee open mochten blijven. In bijna elk café-restaurant was er muziek van een strijkje met zanger, zangeres of humorist.
De jazz- en amusementsmuziek kende vele vormen en stijlen van swing tot big band, tango, Hawaiian, ragtime, zigeunerorkesten, tango, dixieland, boogiewoogie, Krontjong. En niet alleen in de binnenstad, ook Scheveningen Bad kende als mondaine badplaats rond het Kurhaus in de jaren ’50 veel nachtclubs met live-muziek zoals de Copacabana, de Vliegende Hollander, Sheherazade en Caveau Tzigane. Jazzbands speelden daar van s-avonds 19.30 uur tot 4 uur s-nachts.
Dat Den Haag de jazzstad van Nederland was blijkt o.a. uit het feit dat Louis Armstrong (in 1933 in de Haagse Dierentuin) en Duke Ellington (ook in 1933 in de Kurhauszaal) in Nederland als eerste in Den Haag optraden.
In 1957 vond het eerste rock ’n rollconcert in Nederland plaats in de Haagse Houtrusthallen met Freddie Bell & The Bellboys, wat al snel door de politie werd beëindigd omdat het publiek tegen de regels in gilde en danste. De opkomende, maar prille rock ’n roll vindt als eerste een vaste plek in de Embers Club, een dansclub voor vooral de Indische jeugd. Op 20 juli 1957 organiseert de club een optreden van The Tielman Brothers in de Haagse Dierentuin. De rest is geschiedenis.
Terecht dat de nota erkent dat een aantal krakerscollectieven in het verleden een belangrijke rol heeft gehad in de nachtcultuur van Den Haag, waarbij De Blauwe Aanslag niet onvermeld blijft. Maar dan zou zeker ook Iets Vrijers aan het Spui genoemd moeten worden, dat van 1989 tot 1995 een belangrijke rol heeft gespeeld als nachtelijk undergroundpodium.
Veel andere belangrijke initiatieven worden niet genoemd zoals de scene rond MC Pester en DJ Moortje die Bubbling op de kaart hebben gezet, en de hardcorescene met Rave the City en Radio Stad Den Haag.
Nachtlocaties anno nu
De nota geeft ook een inventarisatie van alle locaties die nu als onderdeel van de nachtcultuur kunnen worden beschouwd. Het is een brede range van nachtclubs, muziekpodia, broedplaatsen, cafés met en zonder live-muziek etc. Een mooie uitgebreide lijst, maar ook hier mis ik het een en ander, of staan er fouten in.
Restaurants, hotels, casino’s, avondwinkels, shoarmazaken en sekswerk worden in de nota niet gezien als onderdeel van de nachtcultuur. Waarom blijft onduidelijk.
Het ecosysteem onder de nacht
De nota is met 46 pagina’s behoorlijk uitgebreid. Maar zeker niet compleet. Zo is onduidelijk wat de economische impact is van het Haagse nachtleven. En hoe de makers (musici, technici, barmedewerkers, producers, organisatoren etc.) worden opgeleid blijft ook mistig. Zo worden het Koninklijk Conservatorium en allerlei andere leer- en ervaringsplekken niet genoemd. Ook de promotie en marketing van het nachtleven blijven buiten beeld.
De activiteiten van Stappen in Den Haag, zoals de website PartyMania en de GoneOut-app worden niet genoemd. Onvermeld blijft dat Den Haag als een van de weinige gemeentes in Nederland geen uitgaansagenda heeft.
De Nachtvisie kun je hier (klik) lezen.